Stand van de Markt – 21 : “Inflation : three times is ship’s right”

Beste Lezer,

Mijn trouwe lezers zullen zich herinneren dat ik al tweemaal eerder over inflatie schreef, in augustus 2020 (Stand van de Markt – 14) en in december vorig jaar (Stand van de Markt – 18).

Diezelfde lezers zullen zich ook herinneren dat ik toen de stelling verdedigde dat we geen inflatie zouden krijgen, of minstens enkel “tijdelijke” inflatie.

In de eerste SvdM bouwde ik mijn stelling op de afwezigheid van velociteit. De omloopsnelheid van geld. Als er weliswaar veel geld in het systeem gestopt wordt, maar dat niet gebruikt wordt om consumptie-goederen te kopen, maar enkel investeringsgoederen (aandelen, bitcoins, onroerend goed, enz), dan worden die consumptiegoederen ook niet duurder en krijg je dus geen “inflatie van de consumptie-prijzen”. Daarom dat de jarenlange injectie van geld door de centrale banken niet tot een verhoging van de inflatie leidde.

In mijn tweede SvdM probeerde ik nog te redden wat er te redden viel, door te argumenteren dat we met inflatie bedoelden een demand-driven inflatie en niet een supply-caused inflatie. Een vraag-gestuurde inflatie is immers de enige échte inflatie. Een aanbod-gestuurde inflatie is tijdelijk, niet per definitie, maar wel in casu, omdat het verminderde aanbod veroorzaakt werd, zo argumenteerde ik, door tijdelijke problemen (containerschepen voor de kust van Californië en zo). Het zou volstaan te wachten tot na Thanksgiving en Black Friday en Kerstmis, en de vraag zou op een natuurlijke wijze afnemen en het aanbod zou op een natuurlijke wijze terug vlot trekken.

En bovendien, zei ik, had je in 2021 veel “inhaal-consumptie” : wat men in 2020 niet kon doen, doet men nu in 2021, samen met diegene die het sowieso in 2021 wilden doen, zoals een trouwfeest organiseren bijvoorbeeld.

En dus besloot ik, ondanks de realiteit van de vele bijkomende budgettaire geldinjecties (itt tot monetaire geldinjecties) dat de inflatie-opstoot nog steeds tijdelijk zou zijn.

Driemaal is scheepsrecht

Een aantal van die lezers hebben mij al laten weten dat zij uitkijken naar wat ik nu ga schrijven.

Vanuit een zekere Schadenfreude.

En sadisme ook.

Eens benieuwd hoe hard hij zich nu gaat zelf-kastijden.

En zij hebben gelijk.

I admit. I was wrong.

Wrong call.

Maar ik zou mezelf niet zijn als ik niet zou proberen daar wat context rond te bouwen.

Dit is de context :

In december vorig jaar was er nog geen sprake van een inval in Ukraine. Of minstens werd die mogelijkheid niet meegenomen in de analyses.

Die inval had plaats einde februari en heeft, zoals iedereen weet, een krachtige impact gehad op twee essentialia in onze samenleving : voedsel en energie.

Ook was er in december van vorig jaar nog geen sprake van massieve lockdowns in grote Chinese steden.

Iets wat dan weer een reeds bestaand probleem – haperingen in de aanvoerlijnen van allerlei andere producten en componenten – sterk heeft uitvergroot

Maar het belangrijkste effect van deze twee extra evenementen, Ukraine en China, is niet hun rechtstreeks effect, maar wel hun impact op de “narrative” rond inflatie.

De oorlog en de lockdowns heeft vooral geleid tot een verhoging van het aantal persartikelen over inflatie. En het aantal profetiën over inflatie.

En dát creëert inflatie.

Want een stijging van de inflatie is voor een belangrijk deel self-fulfilling.

Praat erover, zeg tegen iedereen dat hij gaat komen, en hij zal inderdaad komen.

Want bedrijven gaan in een eerste beweging hun prijzen verhogen, niet volgend op een stijging van de energie en componenten en lonen, maar in voorbereiding op zo een stijging.

Waardoor iets later iedereen zijn prijzen moet verhogen, nu omwille van werkelijk gestegen input-kosten.

Je praat jezelf dus de inflatie in.

Nu is hij daar.

En dus kan ik hem ook niet langer ontkennen.

Zoals John Maynard Keynes beweerdelijk zou gezegd hebben :

When the facts change, I change my mind. What do you do, sir ?”

Is dat nu erg ?

Ja, dat is vervelend, omdat ik nog steeds van mening ben dat deze inflatie niet demand-driven is.

Voor wat energie en voedsel betreft is dat bijna een evidentie. Er wordt niet méér gegeten, en ook niet méér energie verbruikt.

De vraag is niet veranderd. Er is gewoon minder aanbod.

De stijging van de prijs is supply-caused.

En dus is die ook niet efficiënt te bestrijden met rente-verhogingen.

Omdat met ook niet minder gaat eten, of minder energie verbruiken, omdat de rente hoger staat.

Voedsel en energie zijn, binnen bepaalde grenzen, rente-ongevoelig, en zelfs, binnen wat strakkere grenzen, prijs-ongevoelig.

En dus dat is vervelend. Want het betekent dat centrale banken weliswaar de rente verhogen, maar dit meer geldt als een signaal dan als een effectieve afremmer van consumptie (van opnieuw, voedsel en energie).

Voedselprijzen, en gerelateerde producten, zoals meststoffen om voedsel te kweken, gaan niet dalen omdat de rente verhoogd wordt.

En het heeft wel helemaal geen impact op het aanbod. Putin gaat niet méér gas of graan leveren omdat de rente hoger staat. Ook aanvoerlijnen vanuit China, of waar ook, deblokkeren niet omdat de rente hoger staat.

Men wil zich dus eigenlijk uit de inflatie praten, net zoals men zich erin gepraat heeft.

Maar treft daardoor de economie midscheeps.

Want voor andere producten, die de inflatie niet veroorzaakt hebben, gaat de vraag wél effectief dalen bij een hogere rentevoet.

En dus de economie worden afgeremd.

Wat moeten we dan doen ?

Diezelfde trouwe lezers van bij de aanhef van deze SvdM weten wat ik nu ga zeggen.

Wat we moeten doen is verder beleggen.

Gedenk immers de reële rente, dat is de nominale rente minus inflatie.

Als de nominale rente nog wat stijgt, stel tot 2%, bij een inflatie van 8%, is de reële rente nog altijd -6%.

Vergeet dit niet als ge naar uw centen op uw spaarrekening kijkt…

En dus moet ge beleggen. In een goed gebalanceerde portefeuille, bestaande uit bedrijven die ook in een markt met prijsstijgingen hun marges kunnen blijven verdedigen en winsten genereren.

Er bestaan vele zulke bedrijven, maar het zijn niet de growth-tech aandelen waarop ik ook wees in SvdM-18, u weet wel, die bedrijven met hun eerste winsten nog ver in de toekomst.

En dus krijgen we een rotatie, een “verlegging”. En dat gaat gepaard met schokken en volatiliteit.

De wind is gekeerd en dus moeten we de koers aanpassen.

Ge kunt nog altijd zeilen, en het is nog altijd plezant, maar bij het maneuver zelf gaat de boot wel even schudden.

Tot hij weer goed ligt, nu op een andere koers, aan een andere wind.

***

Steady as she goes 😉

Cheers,

Arne

Dit bericht is geplaatst in Stand van de Markt met de tags , , . Bookmark de permalink.

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *